Steven van Galen – Fictie: Discretie en respect

Waarom schrijf je?
Het
flauwe antwoord: omdat schrijven het enige is waarvoor ik iets meer
talent denk te hebben dan de gemiddelde Nederlander. Het echte antwoord:
schrijven is voor mij een vrijplaats waar ik me kan verdiepen in de
motieven van mensen. Waarom doen mensen de dingen die ze doen? En waarom
op die manier? Als de motieven van de personages geloofwaardig en
invoelbaar zijn, zijn de personages dat ook. Ik denk dat ik schrijf
omdat ik wil proberen moeilijk te begrijpen keuzes invoelbaar te maken.
Bijvoorbeeld: waarom blijven mensen die niet meer van elkaar houden
veertig jaar bij elkaar?
Wat is je ambitie met schrijven?
Ik
zou graag minsten vier dagen per week de tijd hebben om, naast mijn
dagelijkse werk, fictie te schrijven. Liefst wil ik natuurlijk een paar
prachtige romans schrijven die mensen boeien en ontroeren.
Hoe vaak schrijf je?
Als
het even kan elke dag, maar na een intensieve werkdag lukt dat niet
altijd. Drie dagen per week schrijven is mijn minimum om genoeg meters
te kunnen maken.
Heb je een vaste schrijfplek?
Ik
heb een fijne vaste werkplek vlak naast de piano, het espressoapparaat
en de koelkast. Alle fysieke geneugten binnen handbereik. (Foto stuur ik
maandag.)
Wat doe je om beter te worden?
Veel
lezen, schrijven en vooral veel schrappen. Ik heb op de
Querido-academie de masterclass gevolgd, waar ik vooral geleerd heb
zoveel mogelijk aan de fantasie van de lezer over te laten en niet alles
van A tot Z willen vertellen en uitleggen. Ik heb ook veel boeken
gelezen over scenarioschrijven. Ooit heb ik dramaturgie gestudeerd omdat
ik zeer geïnteresseerd ben in de opbouw en de structuur van verhalen.
En in mijn werk als eindredacteur verbeter ik teksten van anderen,
waardoor ik zelf ook scherper leer formuleren.
Waar schrijf je het liefst over?
Ik
schrijf het liefst over onderwerpen en mensen die dichtbij me staan. Ik
hoor een verhaal in mijn omgeving dat bij mij vragen oproept die ik
probeer te beantwoorden in een fictief verhaal. Zo is ook het verhaal
dat ik voor deze schrijfwedstrijd heb ingestuurd, gebaseerd op een
gebeurtenis in mijn geboortedorp. Ook de novelle waaraan ik nu werk, is
geïnspireerd op mensen en gebeurtenissen uit mijn omgeving. Die situeer
ik in een fictief verhaal waarin (veranderende) familieverhoudingen een
cruciale rol spelen. Een onderwerp dat ik niet schijn te kunnen
vermijden is de onvolkomen liefde, de liefde die net niet tot stand
komt, maar blijft steken in onvermogen en onzekerheid.
Doe je vaak aan wedstrijden mee? Welke?
Ik
heb een paar keer meegedaan aan een schrijfwedstrijd. In de
schrijfwedstrijd voor Amsterdamse ambtenaren (2018) had ik de derde
prijs en in de Taalstaat van Frits Spits heb ik een bijdrage geschreven
voor de UKV`s. Vaak wordt er voor schrijfwedstrijden een onderwerp,
locatie of iets dergelijks opgegeven, als ik daar niks mee heb, voelt
het voor mij te geforceerd om daar een verhaal over te schrijven.
Wie zijn je grote voorbeelden?
`Voorbeelden`
zou ik ze niet willen noemen, maar ik ben een groot liefhebber van
Louis Fernand Céline, Joseph Roth, Paustowski en Stefan Zweig.
Nederlandse auteurs die ik graag lees en meer in de richting van
voorbeelden komen, zijn Tommy Wieringa, Arnon Grunberg (vooral zijn wat
oudere werk), Stephan Enter en Manon Uphoff.
Wat lees je momenteel? Wat vind je ervan?
`Het
einde van de eenzaamheid` van Benedict Wells. De verhouding tussen twee
broers en hun zus is complex en staat in het teken van de vroegtijdige
dood van hun ouders: het verleden laat hen nooit los. Dit thema komt ook
terug in het liefdesverhaal tussen de hoofdpersoon en zijn jeugdliefde.
Tot het eind blijft het spannend of de hoofdpersoon met zijn verleden
in het reine komt. Een intieme vorm van `Vergangenheitsbewältigung.`
Thema`s als het verleden dat nooit voorbijgaat, (veranderende)
familieverhoudingen en de onvolkomenheid van de liefde maken het tot een
verhaal dat mij zeer aanspreekt.