Twee druppels water
Op het podium staan een tuintafel. Naast de tafel groeit een oude lindeboom. Aan de rechterkant van de tafel zit een oude vrouw (Kathleen). Aan de linkerkant zitten twee twintigers (Mehdi en Elke). Mehdi heeft onmiskenbaar Aziatische trekken, Elke niet.
Elke staat recht en schenkt drie tassen muntthee uit. Daarna zet ze zich terug neer.
Kathleen: "Vertel, Mehdi, hoe gaat het nu met je moeder? Is ze... Is ze gelukkig daar in Zwitserland?"
Mehdi: Met een Frans accent. "Om eerlijk te zijn, het is net vanwege mijn moeder dat ik hier ben. Ik zou graag willen weten waarom zij en..." Een kwade blik van Elke. Mehdi slikt de naam die op het puntje van zijn tong lag met tegenzin terug in. "... waarom ze indertijd halsoverkop naar Zwitserland gevlucht is."
Kathleen: Nipt heel even van haar kop thee en glimlacht berustend naar Mehdi. "Dat is een vraag waarop alleen je moeder een antwoord kan geven, jongen."
Elke: "Oma is nooit gevlucht. Ze is haar hele leven in Molenberg blijven wonen." Elkes stem klinkt geaffecteerd. Het zou zowel trots als ergernis kunnen zijn.
Mehdi: “In feite, had u nooit schrik om gecontamineerd … besmet te worden? Hoever woont u hier van de kerncentrale? Dertig kilometer?
Kathleen: Wuift Mehdi’s bezorgdheid smalend weg. "Ach, die straling, dat is een raar ding. Je ziet dat niet, je ruikt dat niet. En toch ga je er zogezegd aan dood. We zijn ondertussen bijna twintig jaar na de ramp. Het is echt niet zo dat er nu zoveel meer tumors zijn dan vroeger. Mensen stierven hier in het begin van de eeuw ook al aan kanker."
Elke: Legt haar hand op die van haar grootmoeder, rolt theatraal met haar ogen. "Dat mag je niet zeggen oma. De Belgen die destijds zijn gevlucht, deden dat heus niet enkel uit schrik voor de straling. Ze vertrokken omdat de haven van Antwerpen sloot, omdat alle bedrijven wegtrokken. Omdat ze hier geen werk meer vonden, omdat ze de lening van hun huis niet langer konden afbetalen."
Kathleen: Duwt Elkes hand van zich af. "Ja, ja. Voor de jonge mensen was het duidelijk. Die waren ervan overtuigd dat het elders beter zou zijn. Maar wat zou ik op mijn vijftigste nog in het buitenland moeten gaan zoeken? Mijn huis stond hier, alles wat ik had opgebouwd was hier. Daarbij, als ik gevlucht was, had ik mijn pensioen wel kunnen vergeten.
Mehdi: Verbaasd. “Heeft u na de ramp nog een pensioen uitbetaald gekregen? Van de Belgische staat?”
Kathleen: “Neen, natuurlijk niet. In het begin was er een Europees hulpprogramma. Maar dat stopte nadat de onderhandelingen met Duitsland over onze staatsschuld in het honderd liepen. Al heb ik absoluut geen spijt dat ik in België gebleven ben, begrijp me niet verkeerd. Pensioen of geen pensioen. Een oude boom verplant je niet zomaar." Ze wrijft werktuiglijk over de schors van de lindeboom naast het tafeltje. Heel even lijkt het alsof ze elders is met haar gedachten. "Ik herinner me nog hoe het vroeger was, toen migranten nog naar België probeerden te komen in plaats van omgekeerd. Er was op de televisie een verkiezing van de Grootste Belg aller tijden. Iedereen mocht meestemmen. En weet je wie er won?"
Mehdi: Schudt beduusd het hoofd.
Kathleen: "Pater Damiaan. Een priester die op een leprakolonie ergens in de Stille Oceaan terminale patiënten hielp, dat was volgens ons de Grootste Belg die ooit geleefd had. En zie nu, we zijn verdorie zelf een leprakolonie geworden. Alsof we toen al wisten dat we die Damiaan ooit nog eens nodig zouden hebben."
Mehdi: "Mevrouw Somers. Ik … ehm … ik vrees dat ik mezelf daarnet niet goed heb uitgedrukt. Ik begrijp heus wel waarom mijn moeder na de ramp naar Zwitserland vluchtte. En ook waarom u besloot om gewoon in België te blijven. Mais ce que je n’ai jamais bien compris… J’veux dire, wat ik eigenlijk zou willen vragen … Waarom is Arun na de ramp niet met mijn moeder meegekomen naar Zwitserland? Die twee waren toen toch een stel, of niet?”
Als blikken konden branden dan had Elke op dit eigenste moment een zwart,
smeulend gat tussen Mehdi’s wenkbrauwen geboord. Maar Kathleen merkt daar niets
van. Ze staart Mehdi aan, prevelt Aruns naam voor zich uit. Een traan
vormt zich in de uithoek van haar oog. Elke stopt haar grootmoeder een zakdoek
toe, die de oude vrouw dankbaar gebruikt om haar uitgelopen oogschaduw te
deppen.
Kathleen: "Sorry, als jullie me even willen excuseren ..."
Kathleen schuift met beverige handen haar stoel achteruit en verlaat hevig leunend op haar wandelstok het podium. Zodra haar grootmoeder uit het zicht is, richt Elke zich kwaad tot Mehdi.
Elke: "Ik dacht dat we een deal hadden?"
Mehdi: Heft zijn handen gespeeld onschuldig op. "Ik heb toch niets gezegd?"
Elke: “Niets gezegd? Je hebt haar gevraagd waarom mijn vader jouw moeder indertijd in de steek liet!”
Mehdi: “Et alors? De deal was dat ik niet mocht vragen of jouw vader ook mijn vader is. En dat heb ik ook niet gedaan.”
Elke: “Ach wat! Hypocriet!”
Er valt een stilte. Elke draait geërgerd met haar ogen, kijkt ongerust in de richting waarin haar grootmoeder zonet het podium verlaten heeft.
Elke: “Luister Mehdi, mijn oma heeft geen gemakkelijk leven gehad. Ze draagt een verdriet in zich waarbij jij je amper iets kan voorstellen. Een verdriet dat haar bij de minste aanleiding volledig overrompelt en verwart. Zag je dan niet hoe ze naar de lindeboom tastte toen je over vroeger begon?”
Mehdi: Wat heeft die putain de tilleul er nu mee te maken?
Elke: Die putain de tilleul groeit bovenop het graf van haar dochter. Die putain de tilleul is verdomme de enige tastbare herinnering aan haar kinderen die de arme vrouw nog heeft!
Mehdi: Dat kon ik toch helemaal niet weten? Hij verheft zijn stem, beseft dan pas de volle draagwijdte van wat Elke zonet heeft gezegd. Trouwens, jij bent er toch ook nog?
Elkes gelaatstrekken verharden.
Elke: “Jij was degene die per se dit gesprek wou voeren, Mehdi, niet ik. Ik heb je hierheen gebracht omdat ik je vertrouwde. Ook al vind ik die hele complottheorie van je compleet van de pot gerukt. Ook al is er geen haar op mijn hoofd dat gelooft dat mijn vader ook jouw vader zou kunnen zijn. Ik bedoel, heb je jezelf al eens goed bekeken?
Mehdi: Weet niet hoe te reageren, vermijdt Elkes woedende blik door naar de grond te staren.
Elke: Enkel als oma er uit zichzelf over zou beginnen, dat was wat we hadden afgesproken. Je zou niet zitten vissen. Dat had je verdomme beloofd.”
Mehdi: Staart nog steeds koppig naar de grond.
Elke: “Typisch. Mijnheer zwijgt als hij moet spreken, en hij spreekt als hij moet zwijgen. Wel, ik heb er schoon genoeg van. J’en ai marre, zoals ze bij jullie in Zwitserland zeggen. Vanaf nu stel ik de vragen. Als je nog een keer je mond opendoet, zit het gesprek erop voor vandaag. Compris?”
De conversatie verzandt in een verwijtende stilte, die pas verbroken wordt wanneer oma Kathleen vanuit de coulissen opnieuw aan de tafel verschijnt. De tranen van daarnet zijn zorgvuldig weggeveegd, de uitgelopen maquillage netjes bijgewerkt. Ze houdt een dik boek in de hand die ze niet nodig heeft om te steunen op haar wandelstok. Het ploft vlak voor Mehdi’s neus neer op de tafel. Mehdi zoekt Elkes blik, negeert haar koppige misprijzen, slaat aarzelend de kaft open. Het is een fotoalbum. Handgemaakt, met plakband die niet goed meer kleeft en kleuren die niet meer blinken. Een vergeeld relict uit een vervlogen tijd.
Kathleen: "Blader er maar door, ik plak de foto’s die los komen te zitten achteraf wel terug vast."
Het ene onbezorgde kinderkiekje na het andere verschijnt voor Mehdi’s ogen en wordt tegelijkertijd ook geprojecteerd op het scherm achteraan het podium. Elkes vader die een zandkasteel bouwt aan zee. Elkes vader die, getooid in een knalrode zwemshort, achter een ongrijpbare vlieger aanholt op het strand. Elkes vader die gekleed in zijn mooiste hemdje paaseieren aan het rapen is in de tuin. Elkes vader met een lederen tas op weg naar school. En, helemaal op het eind, Elkes vader die, met de verlegen blik van een hoog opgeschoten puber, op het punt staat zestien kaarsjes op een verjaardagstaart uit te blazen.
Kathleen: "Daar,
blader eens even terug. Ja, dat is 'em, dat is de foto die ik je wilde tonen."
Een zorgeloos meisjesgezicht kijkt recht in de camera. Haar gelaatstrekken zijn Aziatisch, net zoals die van Mehdi. Ze heeft haar vingers in die van Elkes vader verstrengeld. Een rode blos kleurt haar wangen. De tafel waaraan ze zit is dezelfde als de tafel op het podium. Ook de stoelen zijn nog niet veranderd. Alleen de lindeboom, die was indertijd een stuk minder imposant.
Kathleen: Wendt zich vertederd tot Elke. “Zie je, hoe hard ze op elkaar lijken? Twee druppels water je vader, toch?"
Feedback
Vermakelijke tekst over serieus onderwerp.