Iris
NACHT
Als ontwaken. Zo omschreef hij het, de laserman. Alsof je voor het eerst naar de wereld kijkt. Die woorden lanceerde hij één voor één op me met een pepermuntadem die mijn voorhoofd kon doorboren, terwijl hij mijn oog bescheen met zijn lampje. Als ik mijn ogen eenmaal gelaserd had, zou ik wakker worden uit een soort slaap, zei hij. Alsof de zon opkomt.
Nu is het zwart. Het is echt niet zo dat ik helemaal blind ben. Hier en daar is een speldenknopje wit, in mijn ooghoeken. Sterren in een stad met lichtvervuiling.
Het portier van de taxi slaat dicht. Ik houd mijn hand voor mijn gezicht (denk ik) en ik kijk of ik de tatoeage daar al kan zien (voorlopig blijft dit een melkweg van speldenprikken en een rand. Geen kleur. Nog helemaal geen kleur).
Ik kreeg een email van Dex, van de Rietveld, hij wist wel dat ik nu tattoo artiest was, maar of ik toch niet één keer nog wilde schilderen, de achterkant van een AZC. Hij had mij speciaal gevraagd. Natuurlijk was ik vereerd. Dex is all over the place tegenwoordig, het Stedelijk, de Biennale, het Moco. Geweldige klus. 100 vierkante meter, geen raam, geen thema, geen eisen, all out. Moest ik weigeren: om 3D-art te maken op die afstand moet je goed in de verte kunnen zien – je kan nog beter verziend zijn – en ik ben te bijziend geworden. Toen wist ik dat ik het moest laten behandelen, dat oog bedoel ik. En nu heb ik het laten laseren.
Nu is het zwart. Hier en daar een speldenknopje wit.
Ze zeiden dat het 24 uur kon duren.
De geur van zoet deeg, warme croissantjes, bitterheid, een eerste espresso. Terrasstoelen, die schrapend worden neergezet. Een parasol klapt op, hij vangt wind met een ‘woesj’. Een kleiner hondje, dat blaft. Meer dan één paar autobanden. Alles begint.
SCHEMER
Mijn rechterhand begint zich beige af te tekenen van de rest van de wereld: er is nog geen sprake van individuele vingers, wel een soort zwemvliezen. Ik ben voor mijn gevoel dertig minuten bezig met het slot van het atelier tot het open klikt.
Langzaam dringt het tot me door. Ik ben thuis.
Mijn klok tikt - mijn klok. Mijn kraan drupt, nog altijd. Het ruikt naar frisse doekjes. Er komt mufheid van de kapstok als ik er langsloop. Ik ben blij dat de dingen gewoon de dingen zijn, en niet anders.
Ik wil zeker zijn dat de knoppen goed staan. Dus ik maak er met mijn telefoon een foto van, verhoog het contrast en schuif de helderheid helemaal naar rechts. Op de foto lijkt het lampje te branden. De schuif staat goed. Ik denk in oplossingen
De naald. Ik moet de nieuwe naald er nog indoen.
‘Afspraak?’ zeg ik als de bel rinkelt.
‘Nee’ zegt de klant. Het is Dex.
Een plofje alsof hij iets neerzet op mijn werkbank. Koffie, straffe koffielucht, daardoor wist ik al dat het Dex was. Het sloffen bevestigt het alleen maar. Sokken in slippers over straat. Zo is hij. Ik krijg bijna zin in koffie. Latte macchiato, is het, large, daar neemt hij dan nog een shot espresso in. Wat die man aan koffie uitgeeft. Toen we op de academie zaten al. Van al die koffie had hij minstens in Londen of Berlijn een artistry-in-residence kunnen doen, maar hij trekt zijn eigen plan, dat vind ik vet aan hem.
De naald, denk ik dan ineens.
‘Blijf maar even zitten.’ zeg ik, terwijl ik de slang naar voren trek en opsta.
Dex gaapt. ‘Ik ga helemaal nergens heen. Alle tijd. Nou ja, over een uur heb ik een afspraak.’
Ik weet niet helemaal wat er gebeurt, maar ik haak achter een stuk slang, mijn voet schiet ineens los.
‘Gaat ie?’ klinkt Dex met zijn gezicht in de hoofdsteun.
‘Ja, het is soms..’ ik probeer overeind te komen, ‘gewoon een beetje krachtzetten.’
Ik trek de slang binnenboord zoals ik vroeger mijn honden Bakra en Bodhi aanlijnde. Controle. Je moet ze laten voelen wie de controle heeft.
Ik vind de knop van de la, schuif hem open en tast heel voorzichtig. Tussen duim en wijsvinger til ik hem op. De naald.
Dex gromt.
‘Had ik dat verteld? MoCo heeft me nog niet uitbetaald. Terwijl ik die hele floor art voor ze heb gedaan, allemaal promotie hebben ze dankzij mij. Ik ben echt pissed.’
‘Dex, even stilzitten nu.’ Als hij een onverwachte beweging maakt, heb ik hem geacupunctureerd.
Naald tussen duim en wijsvinger, de loop van de tattoemachine in mijn andere hand, slang over mijn arm te ruste gelegd, het tepeltje klemvast zetten, als Dex maar niet gaat praten.
‘Jade en ik zijn ik zijn uit elkaar.’
DAGERAAD
Van mijn hand kan ik nu een non-oppositioneerbare duim zien en een vleeskleurige waas van vier vingers. Dat is genoeg. Het kan alleen maar beter worden.
Ik zie wel vormen en kleuren, maar bijna alles is rond en afgekalfd. Dat gaat beter worden.
Hij zit rechtop in de stoel. Zijn arm ligt op mijn tafeltje. Ik zit achter hem, rechtop, in precies dezelfde houding maar iets opzij zodat ik bij zijn schouder kan. Onze lichamen passen in elkaar als matroeskapoppetjes. Hij kent de drill.
‘Waarom Eros?’ vraag ik.
‘Eros én Psyche,’ verbetert hij. (Dex had kunstgeschiedenis I en II op de academie.). ‘Ten eerste, dat het een Cupido is, geen engel. Ik heb niks met christelijke engelen. Cupido was de oorspronkelijke engel, weet je. Twee, Canova was natuurlijk een geweldig beeldhouwer. Anatomisch superstrak. En de mythe. Die heeft een soort piercende zeggingskracht. Begrijp je?’
Ik hum en geef gas. De machine komt ronkend in beweging, warmt op. Mijn pup verandert in een wolf, ik hou hem strak aangelijnd,, de grond begint te schudden. Dex geeft geen krimp.
‘Dat contrast. Eros kust haar wakker omdat hij haar voor altijd wil hebben,’ Dex verheft zijn stem om over het lawaai heen te komen.‘Maar zij wil hem niet. Snap je? Onsterfelijkheid.’
’A-huh’
Onsterfelijkheid. Genghis Khan was onsterfelijk. Ik heb een docu over hem gezien. 8% van de mannen uit het voormalig Mongoolse Rijk draagt een gen. Het gebied van mensen met dat gen komt precies overeen met het veroveringsgebied van Ghenghis Khan. Zijn oudste zoon Jochi had 40 zonen. Zijn kleinzoon voegde elk jaar 30 maagden aan zijn harem toe. Nu draagt 0,5% van de mannen op aarde een stukje Genghis Khan. Mijn stukje is zijn hoofd, op de rug van mijn hand. Mijn eerste.
‘Genghis Khan.’ zeg ik.
Dex snuift. ‘Weet je dat het het allereerste 3D-beeld is? De Eros, bedoel ik. Je kunt het van geen enkele kant goed helemaal perfect zien. Je moet eromheen lopen. Daarom heb ik jou ook gevraagd.’
Ik knijp even met samen, in mijn linkerhand. Mijn naaldhand blijft steady, ik heb geleerd dat soort reflexen uit te zetten.
‘Omdat ik, ik..’
‘Omdat jij die 3D-techniek gewoon hebt. Jij hebt dat. Jij hebt een bepaalde.. jouw pieces zijn altijd zo gelaagd, met een soort rand, een.. ah, je weet wel’
Ik heb een duim en drie afgetekende vingers nu. Ik kijk naar de outline.
Hij heeft slagschaduw.
Hoe kan het dat hij slagschaduw heeft? Want ik ben nog niet met schaduw begonnen.
NACHT (2)
Als ontwaken. Ik weet nu absoluut, 100%, zeker nu dat het niet goed zit.
Dex draait zich naar me toe. ‘Koffie.’ Zijn ogen kijken me aan met felbruine irissen. Bruin hoort helemaal niet fel te zijn. Zijn laid-back uitstraling zijn eigenlijk vooral zijn oogleden, zie ik nu, die een heel klein beetje hangen. Ik zie dertig individuele wimpers. Ik zie het gele knopje in zijn oor, ik zie de barst erin (sinds wanneer heeft hij dat knopje?) Ik zie plotseling zeven sproeten op zijn neus (sproeten?), ik zie elke plooi in dat postbodepetje dat hij draagt om zijn kalende kop te bedekken, ik zie dat hij echt kalend is, en ik zie mezelf. Mezelf, weerspiegeld in zijn neusring en ik kijk fucking eng uit mijn ogen.
Ik kijk naar de tattoe op Dex’ schouder.
De cupidovleugels zitten veel te laag. De vleugels komen nu uit de zij, niet uit de schouder. Het is niet op te lossen, behalve ze opnieuw zetten, groter, eromheen. Een vleugel in een vleugel. Een kartelrand. De eerdere lijn moet ik opvullen met kleur. Maar dat is niet genoeg. Ik heb ook wat dingen uitgeveegd. Happy little accidents.
Ik zie dat ik heel veel dingen niet zie: schaduw, halfschaduw aan de zijkant van een neus, de waas rond iemands ogen, het aura rond het haar, waar je niet helemaal weet waar haar ophoudt en lucht begint, driedimensionaliteit. Ik ben het allemaal kwijt. Ik mis mijn waas, ik mis mijn deken van onscherpte, ik mis de druppels op de lens, ik mis normale kleuren, niet deze migraine-scherpe prozac nonfilter einde-van-het-schoolfeest-licht boeventronie kleuren. Waar is het? Waar is mijn wereld?
Feedback
Intrigerend verhaal, mooie, pakkende scenes