De longlist Debutantenschrijfwedstrijd 2019|2020

Inge - fictie

Sara & Ruben – hoe het kan gaan.

 

ZIJ

Het is niet moeilijk om onzichtbaar te zijn, het zal je verbazen. Je zou kunnen zeggen dat ik het tot een hogere kunst heb verheven. Ik weet precies wat ik aan moet trekken, hoe ik moet lopen, kijken en zelfs hoe ik moet ruiken om geen indruk te maken; naar muskusachtige houttonen. Onzichtbaar, al zat je naast me tijdens college.  

 

‘’Ben, er is een meisje van de opleiding vermist; blond haar, bruine ogen.

Stel  je voor; ik had het kunnen zijn. Wat zeg je schat?

Nee, ik heb haar geloof ik nog nooit gezien…..’

 

Zo zal er gereageerd worden als ik verdwijn.

 

Daarom snap ik niet waarom je mij hebt uitgekozen of hoe ik überhaupt op je netvlies ben beland. Hoe heb ik je starende blik kunnen missen? Hoelang nog tot ik verdwijn?

Mijn God, wat heb ik het je makkelijk gemaakt. 

De angst kwam niet geleidelijk opzetten, hij overspoelde me. Je gaat me vermoorden, dat was het eerst dat ik dacht, het tweede was; hell no.

 

Ik nam zelfverdedigingslessen, speciaal voor vrouwen. Met mijn 19 jaar ben ik de jongste. Niemand zegt meer dan nodig, maar de sfeer is goed, ook als er rake klappen zijn uitgedeeld. Voorzichtig liet ik daar vallen op zoek te zijn naar wat extra’s. Een oudere dame met zwartgeverfd haar en een lichaam vol tatoeages stopte een briefje in mijn zak waarop stond dat ik de 50 euro mee moest nemen.

Nu heb ik een mes en pepperspray.  

 

Jij denkt dat ik helemaal niets over jou weet, dat is niet waar.

Je dringt overdag mijn huis binnen. Ik denk dat je werkloos bent, of in elk geval misbaar. In de avonden kom je nooit. Het kan dat je een druk sociaal leven hebt óf dat je niet onopgemerkt weg kunt. Heb je een vriendin, een gezin? Woon je bij je ouders?

Je bent een gewoontedier, Je zit altijd even op mijn stoel, altijd. Soms ruim je dingen in mijn huis op. Je hebt oog voor dingen die niemand ziet. Dat klinkt nobel maar dat is het niet. Ik denk dat je heel onzeker bent en dit doet om controle te hebben. Dat je het idee hebt mij te redden.

Het moet gaan op jouw manier. Alles is zwart of wit – er is geen grijs. Anders had je niet als een zwarte schim om mij heen gedanst.  

Je wilt mijn mening, mijn goedkeuring helemaal niet. Je wilt je eigen verhaal in stand houden. Je blijft in het duister en waant je onaantastbaar. Dat ben je niet.

 

Ik word sterker. Ik was me er nooit echt van bewust dat ik mijzelf niet waardig genoeg vond om gezien te worden. Tot nu. Nu ik als doel heb om jou te overleven. Ik ren niet weg, ik bevries niet. Ik blijf en ik vecht. Dat ik dat kan betekend alles voor me. De alles verterende angst van het begin heeft plaatsgemaakt voor een glasheldere overlevingsdrang. Misschien schuilt er een kern van waarheid in jou ambitie, en red je mij door dit te doen.

Je kunt me observeren wat je wilt; maar mijn hoofd is van mij.

 

HIJ

Hij hield haar in de gaten, al de hele avond. Ze had zich steeds meer tegen de muur aangedrukt en leek zo te willen verdwijnen. Weg van de druk dansende menigte. Haar ogen schoten heen en weer, ze observeerde de ruimte en bekeek alle mensen.

Het was warm binnen, Een vochtig plukje blond haar plakte aan haar gezicht. Hij sloot even zijn ogen, in gedachten veegde hij het plukje weg. Toen het moment voorbij was stond ze niet meer op dezelfde plek. Ze was verdwenen. Hij vloekte binnensmonds. hij keek de zaal rond en hield zijn adem in, zijn borstkas zette uit.

Waar. Was . Ze? Waar was ze?!

Daar, vlakbij de zijdeur. Klaar om het feest te verlaten. Onhandig liep ze langs het groepje jongens dat de uitgang versperde. Ze struikelde bijna. Hij ademde uit.

Hij nam een grote teug bier en veegde zijn kin af. Hij zette zijn glas neer, en stootte deze meteen weer om. Fuck, zijn arm deed niet meer wat hij wilde. ‘Nog zo één?’ vroeg Jurgen. Hij knikte.

Het was alsof hij zich pas weer bewust werd van de mensen, het gedrang en de muziek nu zij niet meer binnen stond.

Had ze hem zien kijken? Hij wilde dingen met haar doen die ze nog nooit had gedaan. Waarschijnlijk had ze zelfs nog nooit gezoend. Die gedachte wond hem op. Zijn kaken spande zich. Hij wist wat hij wilde. Zij liep ergens daarbuiten. In een blauw topje. Alsof ze wist dat hij van blauw hield. Hij keek de rokerige ruimte van de club rond. Nadia stond te wat giechelen met vriendinnen bij de toiletten. Nadia was tijdverdrijf.

Zij was niet zo, Zij was anders, stil, teruggetrokken en mooi. Hij keek naar de jongens om hem heen, het was lastig om zijn blik scherp te krijgen. Misschien had hij minder moeten drinken, of water tussendoor. Nee, de jongens zouden hem uitlachen. Wankelend zette hij wat stappen tussen de dansende mensen richting uitgang. ‘Hey man – wat ga je….’’ Hij hoorde niet wat Jurgen - of was het Frank?- verder wilde zeggen. De muziek stond te hard, en boeiend kon het niet zijn. De beat was voelbaar tot in z’n tenen. Hij deinde heen en weer. Op weg naar de uitgang pakte hij een blikje red bull uit handen van een dansend meisje en nam een slok. Het meisje keek hem verbaasd aan en trok het blikje weer uit zijn handen. Hij gaf haar een knipoog en liep door. Wat hij nodig had was niet meer binnen.

 

Ze wist het niet, maar ze had hem net zo hard nodig als hij haar. Misschien nog wel harder. Met hem aan haar zij zal niemand haar durven uitlachen of gewoonweg niet zien staan. Hij kon haar zichtbaar maken. Ze zou hem dankbaar zijn. Hij zou voor haar zorgen. Zij zou voor hem zorgen, in al zijn behoeftes voorzien. Hij was ervan overtuigd dat zij dat kon. Hij was geen vervelende jongen, hoewel dat vaak werd gedacht. Het lukte hem niet om dingen vast te houden waar mensen waarde aan schenen te hechten. Dat lag niet aan hem. Als zij hem zou zien dan zou ze dat weten. Zij zou voelen hoe het zat. Wat zou hij als eerste doen als hij haar zag? Hij liet haar naam fluisterend over zijn lippen gaan. Dat voelde goed. Hij zou haar roepen; zachtjes, uitnodigend en dan steeds harder.

 

ZIJ

Mijn hand glijd in mijn broek en ik trek het mes, dat aan mijn been vastzit voorzichtig los en stop hem in mijn bh.   

Dan loop ik de straat uit en steek de weg over. Het is 02:00, de stad is verlaten.

Op het ruisen van de wind na hoor ik niets.

Het stadspark aan mijn linkerkant is donker en dreigend, ik steek over en loop langs de kade.

Even voel ik veilig. Dan hoor ik duidelijk het geluid van voetstappen achter me.

Het kan toeval zijn, iemand die niet kon slapen en een ommetje wil maken, iemand die dezelfde kant op moet. Toch? Alles kan. Alles behalve hij. Ik voel het verzet in mijn lichaam, de trilling van mijn handen. Ik denk aan het mes tussen mijn borsten.

Misschien is het een agent die zijn ronde loopt, of miss….

‘Sara.’

Ik word koud vanbinnen, alles verkilt.

‘Sara…’ zijn stem klinkt harder nu.

Doe iets.

Iets.

Ik pak het mes en draai me om.

‘Blijf staan.’ Mijn stem trilt.  

Daar staat hij. Ruben. De drop out, die onlangs weer is toegelaten tot school omdat zijn moeder in het bestuur zit. Is hij niet met Nadia? Jezus, wat moet hij met mij?  

Hij trekt zijn capuchon naar beneden en kijkt me schuin aan.

‘Eindelijk’ zegt hij.

 ‘Loop naar achter!’ Ik hoop dat ik daadkrachtig klink, en niet zo bang.

 ‘Doe dat mes maar weg voordat er ongelukken gebeuren.’ Zijn stem is laag. Hij zet een stap naar voren en wankelt. Hij herpakt zich snel maar ik weet wat ik zie.

Hij is stomdronken.

De radertjes in mijn hoofd komen weer op gang. Ik heb het mes, ik ben helder, ik ben getraind.

 ‘Wat wil je van me?’

‘Je bent mooi als je bang bent.’ Hij negeert mijn vraag, dus ik herhaal hem.

 ‘Draai je om.’ Zeg ik. ‘Verdwijn, laat me met rust.’

 Ik doe een stap naar voren en maak oogcontact. Ruben moet iets van de vastberadenheid in mijn ogen zien, want hij een stap naar achter. En dan nog één.

 

*

 

Den Haag - De 26 -jarige Ruben S, wiens lichaam gisterochtend is gevonden in het water bij de prinsessewal, is vrijwel zeker verdronken. Op het lichaam zijn geen sporen van letsel aangetroffen, meldt de politie. Vermoedelijk had de man teveel gedronken en is hij door een eenzijdig ongeluk in het water belandt.  

 

 

Feedback

Er staat iets op het spel, er zit vaart in het verhaal.