Daar was hij al
Om bij het luik te kunnen moest Simone de zitzak van haar zoontje aan de kant schuiven. Ze schrok, zoals altijd, van het geluid dat de bewegende bolletjes in de zak maakten: harde regen op het dakraam.
Het luik klemde. Simone overwoog om het op te geven, maar haar wijsvinger bleef in het gat bovenin het luik trekken. Kloteding. Van haar hurken liet ze zich op haar billen zakken. Ze rilde. Ja hoor, ze zat blijkbaar midden in een van de tochtstromen in het oude dijkhuisje.
Ze wierp een blik op de schapenvacht naast haar bed, maar had geen zin het kleedje op te halen. In plaats daarvan trok ze nog een keer aan het luik. Het stucbehang erboven liet een beetje los bij de naad. Ook dat deed haar aan regen denken: glijdende regendruppels op een raam.
Plotseling stond ze op, draaide de radiator op vijf en sloot het kiertje Veluxraam. Dat zou ook helpen tegen de kou. Twee harde klikken weerklonken. Het uitzicht was precies de foto die ze op Facebook had geplaatst. Een sneeuwwit plat landschap dat zich uitstrekte tot aan de zeedijk verderop.
Geenlikevan hem. Zou het pijn doen als ze tegen het luik zou trappen?
Ze sloot haar ogen. Dit was zo'n moment. Juist dit moest ze voelen van haar therapeut. Dit getrap in haar buik, de verstikking in de borst, deze razende woede. Ja zo had Sandra het gezegd: achter de woede zit een diepe put van verdriet. Simone had geglimlacht, wat was ze toch goed in metaforen. Maar daarna had Sandra weer opzettelijk in haar binnenste geroerd. En nu moest ze de herinneringen, die ze toen ze hier anderhalf jaar geleden met een groeiende buik kwam wonen achter het luik had opgeborgen, tevoorschijn halen.
Ze ging op haar knieën zitten en trok nog eens met haar vinger in het gat. Krachtig nu. Een schok en een piep. Het was open. Een geur van vochtige kartonnen dozen kwam achter het luik vandaan. Er lag een lichtblauw koffertje met Mickey Mouse erop gedrukt. Ze was het bestaan ervan vergeten. Ze schoof het koffertje aan het witplastic handvat dichterbij, klikte het open en greep het eerste wat haar vingers te pakken kregen. Een vergeeld t-shirt dat hij eens van een concert voor haar meenam. 'Give me your love', stond er in zwarte stift door de zanger op geschreven. Ze had het vaak 's nachts gedragen als ze bij hem sliep. Ze snoof eraan, het rook naar de kringloopwinkel. Ze legde het opzij, pakte twee andere stoffen: een grasgroene en verwassen aquablauw. Had ze echt twee boxershorts van hem bewaard? Ze hield ze om de beurt omhoog. Aan de randjes zaten kleine zwarte vlekjes. Ze gooide ze in een hoek. Kroop erheen. Vouwde ze op. Legde ze netjes terug in het koffertje.
Haar vingers trilden toen ze de ingelijste foto omdraaide. Ja, nu werd het deksel van de put gehaald. Hij keek haar aan, zoals hij op op die dag naar haar had gekeken. Toen hij plots voor haar stond, in de Pyreneeën, waar zij een cursus voor haar werk deed. Die blik: hij keek alsof zij zijn eindstation was, alsof er maar één op de wereld vrouw was.
Er viel een traan op de foto, ze wreef hem weg met haar vuist. Wreef met haar duim over zijn gezicht, zijn haren, zijn lichaam, dat zo warm was toen, toen hij net was aangekomen. Zijn grijze bezwete t-shirt waar ze haar neus in had gestoken, haar hele lichaam het liefst had ingestoken. Klootzak.
Ze ging staan en ijsbeerde door haar slaapkamer. De drang om hem te bellen kwam op. Zijn stem te horen, de voicemail desnoods, of beter nog: 'Ik kom er nu aan'. Rustig ademen, zei ze. Niet impulsief zijn. Als hij niet opnam zou ze zich nog ellendiger voelen. En neemt hij wel eens op?, hoort ze de stem van Simone. Kruimeltjes liefde stillen geen honger. Jaja, ze wist het heus. Ze keek uit het raam. Het landschap was nog steeds hetzelfde. Geen mens te zien.
Simone sloot haar ogen. Ze zag hem zitten aan zijn bureau, hij zou een blik op zijn telefoon werpen en haar naam zien, hij zou een paar seconden aan haar denken. Het was het minste wat hij kon doen, wist ze ineens. Ook voor Bas. Ze liep de kamer al uit. Sandra zou het niet snappen, maar misschien moest ze sowieso maar een andere therapeute nemen, want de laatste keer had Sandra gezegd dat ze zich zorgen maakte. Wat had ze daar nu aan?
De keurig opgevouwen rompertjes van Bas lagen op de trap. Het wit stak mooi af bij het felgroen van de trap. Sinds hij bij een pleeggezin was ondergebracht, zoals de instanties dat noemden, had ze ze niet kunnen opruimen. Zou het pleeggezin ook witte rompers gebruiken?
Haar telefoon rinkelde beneden. Dit kon geen toeval zijn. Ze rende naar beneden terwijl haar gedachten vooruit snelden naar momenten in de toekomst, als alles weer goed was. Eerst opnemen nu. Haar linkervoet gleed weg van een tree. Haar rechterhand deed een greep in de lucht.
Daar was hij al. Hij had zijn sleutel natuurlijk gebruikt. Zijn mooi getekende lippen kwamen dichtbij. Ze bewogen, o wat had ze die gemist. Maar ze verstond hem niet. De zijkant van haar hoofd deed pijn. Haar nagels en vingertoppen ook. Hoe lang had ze hier gelegen?
Hij lijkt op jou, wilde ze zeggen, waar was je nou, je hebt een wonder gemaakt en zoveel gemist, hoe kun je... Maar haar mond zat vol met warm vocht. In plaats daarvan zei ze: ik hou nog altijd van je. Hij kwam nog dichterbij en fluisterde: kom hier, dan wissen we alles uit.
Ze rolden om. Een rompertje met de letters daddy's boyhing aan de derde tree. Er kwam bloed uit zijn mond. Stil maar, suste ze op knieën en pakte zijn hand. Ze kuste zijn duimen, het litteken op zijn pols dat ze zo vaak over haar lichaam had voelen glijden. Ze kuste alle plekjes die van haar waren geweest.
Het spijt me, fluisterde ze. Dat wil je toch zeggen? Zijn hand schokte lichtjes in haar hand.
'Ik moet gaan', zei ze.
Ze kuste nog een keer op zijn mond, op de lippen waar ze geen genoeg van had kunnen krijgen. Toen ze ging staan proefde ze de smaak van bloed, ze slikte het door en pakte het rompertje. De stof was zo zacht, zo babyzacht als Bas zijn huid. Ze vouwde het netjes op. Ook alle andere rompertjes borg ze op in de kast op de babykamer. Binnenkort zou hij ze weer dragen.
Feedback
Mooi verhaal waarin de schrijver erin slaagt om wat er gebeurt is telkens uit te stellen zonder de lezer te vervelen.