De longlist Debutantenschrijfwedstrijd 2019|2020

Annika - non-fictie

Normal 0 21 false false false NL X-NONE X-NONE /* Style Definitions */ table.MsoNormalTable {mso-style-name:Standaardtabel; mso-tstyle-rowband-size:0; mso-tstyle-colband-size:0; mso-style-noshow:yes; mso-style-priority:99; mso-style-parent:""; mso-padding-alt:0cm 5.4pt 0cm 5.4pt; mso-para-margin-top:0cm; mso-para-margin-right:0cm; mso-para-margin-bottom:8.0pt; mso-para-margin-left:0cm; line-height:107%; mso-pagination:widow-orphan; font-size:11.0pt; font-family:"Calibri",sans-serif; mso-ascii-font-family:Calibri; mso-ascii-theme-font:minor-latin; mso-hansi-font-family:Calibri; mso-hansi-theme-font:minor-latin; mso-bidi-font-family:"Times New Roman"; mso-bidi-theme-font:minor-bidi; mso-fareast-language:EN-US;}

Ad absurdum

 “Als u er niet uitkomt, start u een reductio ad absurdum.” De raad van mijn docent Logica klinkt misschien vreemd, maar bood steevast uitkomst bij complexe stellingen. En hoe ongerijmd ook, het absurde strookt met de principes van de logica. Ik denk er vaak aan terug, als ik weer eens een patstelling tegenkom: of het nou de Brexit is, klimaatverandering, segregatie of de vluchtelingencrisis, sommige problemen blijken te groot en te complex voor een oplossing. Mijn voorstel is dan ook op te houden met zoeken.

Maar wat dan? Lijdzaam afwachten? Cynisch en onverschillig worden? Nee! Het erkennen dat er geen logische oplossingen zijn, betekent niet dat we ons overgeven. Integendeel: als we erkennen dat er voor veel problemen geen oplossing is, biedt dat een aanknopingspunt verder te kijken. Naar oplossingen die nou eens niet redelijk, logisch en verstandig zijn. Bij deze zoektocht is er wat mij betreft geen betere gids dan Don Quichot.

Don Quichot van La Mancha kennen we als de man die met een waas voor zijn ogen afstormde op windmolens, in de veronderstelling dat het reuzen waren. Dat beeld is het sterkst gebleken van alle Heldendaden van Don Quichot, een boek uit 1605. Schrijver Miguel de Cervantes beschreef hoe Don Quichot begon te geloven dat hij een dolend ridder was, zoals hij die kende uit zijn boeken. Een tragikomische figuur, die zich waande in een wereld vol reuzen, tovenaars en jonkvrouwen in nood. Don Quichot, de held met een helm van bordpapier. Hoe moet deze man ons helpen?

Tussen waan en werkelijkheid

Don Quichot bevindt zich in een onbegrijpelijke wereld, waarin zijn verzinsels en de feiten door elkaar lopen. Als gevolg van het lezen van teveel ridderverhalen waant hij zich in de tijd van koning Arthur, en wil hij dolend ridder worden. Hij zoekt een boer die zijn schildknaap wil zijn, en verklaart een boerenmeid tot zijn aanbeden jonkvrouw. Zo gaat hij op pad, in een roestig harnas en met een geknutselde papieren helm.

Om hem heen weet iedereen dat de tijd van ridders en kastelen voorbij is – als ze er ooit al was. De magere vijftiger op zijn lompe paard wordt volkomen voor gek versleten. In zijn wanen blijkt hij een gemakkelijk slachtoffer van allerlei practical jokes. Vriend en vijand verzinnen complotten en vermommingen, soms zo duidelijk dat zelfs Don Quichot hier kwade opzet vermoedt. In zulke gevallen kan hij niet anders dan zich beroepen op een boosaardige magiër die zijn wereld moet hebben betoverd.

Ook onze problemen zijn ongrijpbaar. Wicked als de tovenaars en demonen die Don Quichot op de huid zitten. De avonturen van Don Quichot hebben aan belang gewonnen in deze tijd, waarin we woke kunnen zijn en redpilled, en de grenzen tussen feit en fictie soms vervagen. Gemakkelijker nog dan onze ridder kunnen we ons verliezen in schijnwerkelijkheid: onze tovenaars schotelen ons fake news voor en bezweren ons met algoritmes die ons precies geven wat we willen zien.

Don Quichot toont ons dat we kunnen blijven vechten, al is niet duidelijk tegen wie of wat. Zijn avonturen zijn zelden ‘echt,’ en zijn heldhaftige acties helpen betrokken meestal van de wal in de sloot. Don Quichot bevrijdt bandieten en steekt wijnzakken lek, valt een kudde schapen aan en houdt herbergen voor kastelen. Telkens botst hij met een wereld die niet de zijne is, en waarmee hij niet kan instemmen. Toch blijft hij volharden in zijn queeste. Dom? Misschien. Maar het toont ook wat doorzetten is, zwemmen tegen de stroom in, als je het oneens bent met de wereld.

Net als Don Quichot kunnen ook wij pal blijven staan voor onze queesten, al is er een kans dat we fout zitten. Ook wij weten vaak genoeg niet met welke draak we te maken hebben. Wat we precies bevechten, en welke monsters het gevaarlijkst zijn. Maar we weten wel wat er anders moet, wat er fout zit. Dat betekent dat we iets kunnen doen.

Oneigentijds ridderlijk

De dreigingen van deze tijd kunnen ons de moed in de schoenen doen zakken: draken van het populisme, duivelse dilemma’s rond het klimaatprobleem, plasticsoep met dode vissen, armoede en ongelijkheid. En voor elke actie die je zou willen ondernemen is er de vraag: wat maakt het uit wat ik doe? Het is verleidelijk om aan te nemen dat het niet aan jou is om de handschoen op te pakken; het vraagt Quichottische ridderlijkheid om dat wel te doen.

Don Quichot houdt vast aan zijn idee van ridderlijkheid. Misschien moet je gek zijn om aan zulke ouderwetse, hoofse idealen vast te houden, maar hoe gek is dat eigenlijk? Het is trots en koppig, in weerwil van rationele oordelen. Het betekent pal staan voor je principes en daar iets voor te doen, al heeft het misschien geen zin. Ik doe een poging als ik brood uit de kantine naar de weggeefwinkel breng, al is het een druppel op de gloeiende plaat van voedselverspilling. Door de regen, met die ene fietstas vol, voel ik me soms een beetje belachelijk.

Maar daar zit voor mij de les van Don Quichot: hij weet dat de wereld hem voor gek houdt, maar blijft daar onbewogen onder. Hij trekt slechts een wenkbrauw in zijn magere gezicht op, en zegt dat onbegrip hem niet verbaast: alle grote helden hebben immers laster moeten verdragen. Zijn ridderlijke idealen zijn zelfs in de 17e eeuw al ouderwets, maar hij houdt eraan vast. Vechten tegen de bierkaai, daar is Don Quichot erg goed in. Om die reden mag hij zijn paard Rossinant van stal halen en opnieuw ten strijde trekken.

Moeten we dan massaal gek worden? Nee. Maar “als u er niet uitkomt, start u een reductio ad absurdum.” Het ongerijmde rijmt ongemeen goed met deze tijd vol tegenstellingen: feiten en konterfeitsels. Social media en toenemende eenzaamheid. Droogte en stijgende zeespiegels. Het vereist iets belachelijks, iets oneigentijds ridderlijks, om aan die verlamming van een groot vraagstuk te ontsnappen. Het vereist dwaasheid, misschien, want alleen een dwaas is niet bang.

Zonder zin of reden

Aan het einde van zijn queesten keert Don Quichot terug naar huis. Eenmaal daar, na een verloren duel, komt onze ridder weer bij zinnen: hij erkent dat hij niet Don Quichot is, maar Alonso Quijano de Goede, en dat zijn ridderlijke avonturen waanzin waren. Schildknaap Sancho staat huilend aan zijn bed, en probeert Alonso over te halen toch hun avonturen voort te zetten, want ‘het allerdwaaste dat men kan doen, is sterven zonder zin of reden.’

Sancho is geschreven als een dommige boer die dweept met sleetse tegeltjeswijsheden. Hij houdt zichzelf lange tijd op de been door te geloven in een vorstelijke beloning aan het einde van de ridderlijke avonturen. Je zou kunnen zeggen dat hij in zijn geloof en volharding net zo gek is als zijn meester, of tenminste een naïeveling die zich aan het lijntje laat houden.

Dat kan je zeggen; maar hoe anders zijn wij dan Sancho en Don Quichot? Elke dag houden we ons leven dragelijk door waarheid en werkelijkheid te negeren of te verdraaien. Wij hebben vaak grootse dromen, een beetje belachelijk in ons kleine bestaan. Wij zijn allen Don Quichot, en maken ons druk om onze eigen verzinsels.

Don Quichot sterft als zijn queeste in hem sterft. En daar, om met Sancho te spreken, ‘zit hem de kneep.’ Hij heeft letterlijk geen zin meer. Precies dat is een veelgehoorde jammerklacht, rechtvaardiging, analyse of duiding van onze huidige tijd. Ons leven heeft geen zin. Waarom zouden we iets doen? Hoezo moeten we iets veranderen? Het heeft immers geen zin om in beweging te komen? En dat is pas echt dwaasheid.

Ondanks alles

Als u er niet uitkomt, start u een reductio ad absurdum.” Het denken van Don Quichot is opgewassen tegen deze tijd, omdat het absurd is en ongerijmd. Omdat het iets doet, ondanks. Omdat het zich niets aantrekt van de sceptische vragen, de twijfels, en omdat het niet bang voor meningen en oordelen. Omdat de helden van de Mancha sympathiek zijn, moed en doorzettingsvermogen tonen, ridderlijk en onzelfzuchtig blijven, hun harde wereld ten spijt.

Misschien is Don Quichot zo gek nog niet, suggereert Cervantes, als hij de ridder laat zeggen: “De knapste rol in een toneelstuk is die van den gek, want wie den indruk wil wekken dat hij dom en gek is, mag het zelf allerminst zijn.”


Wicked problems
vragen om ridderlijke moed en een papieren harnas. Om keuzes en handelen. Om tenminste een poging iets te doen, een impasse te doorbreken. Dus laten we een oud paard zadelen en wijnzakken leegprikken. Laten we afstormen op de reuzen, en ze laten staan als het windmolens blijken. Het mag geen zin hebben om geld te storten of plastic te rapen, te stemmen of te discussiëren, maar laten we het gesprek aangaan, demonstreren, geld doneren en met een groots en ridderlijk gebaar dat lege flesje in de prullenbak gooien. Het mag dwaasheid zijn, maar laten we iets goeds doen! Immers: het allerdwaaste is leven zonder zin of reden.

Feedback

Interessant essay waarin een parallel wordt getrokken tussen de stand van zaken in de huidige wereld, en de wereld van Don Quichot