Fictie: Koekoeksbloem

Waarom schrijf je?
Om
verrast te worden door mijn eigen verbeelding en van niets iets te
maken. Om dingen die gebeuren en me overkomen te onderzoeken, te
vervormen, betekenis en een plek te geven. Om te spelen met taal.
Wat is je ambitie met schrijven?
Iets te schrijven dat ik zelf zou willen lezen.
Hoe vaak schrijf je?
Dat wisselt, maar ik probeer wekelijks in elk geval tussen de 1000-1500 woorden te schrijven.
Heb je een vaste schrijfplek?
Nee.
Wat doe je om beter te worden?
Schrijven, herschrijven, lezen.
Waar schrijf je het liefst over?
Motieven die terug blijven komen zijn vervreemding, het (on)vermogen verbinding te maken en intimiteit/seksualiteit.
Doe je vaak aan wedstrijden mee? Welke?
Mijn
verhalen voldoen bijna nooit aan de criteria die wedstrijden hanteren
(bijv. een max. aantal woorden) en ik schrijf nooit met als doel mee te
doen aan een wedstrijd. Dit jaar heb ik voor het eerst een gedicht
ingestuurd naar de Grote Poëzieprijs en ik was heel trots dat ik bij de
top 100 zat.
Wie zijn je grote voorbeelden
Ik raak oa geïnspireerd door Raymond Carver, Ali Smith, Tonnus Oosterhoff, Renate Rubinstein en Arnon Grunberg.
Wat lees je momenteel? Wat vind je ervan?
Ik
lees momenteel Leegte lacht – gedichtenbundel van Tonnus Oosterhoff
(prikkelend) en Lampje – een kinderboek door Annet Schaap vol
verbeelding en fantasie. Daarnaast lees ik als research Bij ons in
Auschwitz, samengesteld door Arnon Grunberg en de Bijbel.